Veerpont

Historie

Ooit waren er meer dan 1000 veerverbindingen in Nederland, daarvan zijn er nog ongeveer 100 over. Tot het eind van de 14e eeuw was de IJssel niet een rivier met één bedding, maar kilometers breed met verschillende beddingen naast elkaar. In 1370 werd het startsein gegeven voor de aanleg van een aaneengeschakelde dijk, ongeveer van Terwolde naar Hattem. Het is niet waarschijnlijk dat daarvóór tussen Heerde en Wijhe een vaste officiële overzetplaats is geweest.

Het oudste document dat aantoont dat er tussen Heerde en Wijhe een overzetplaats aan de IJssel was, is geschreven in het jaar 1379. Kort na de aanleg van de dijk wordt er gesproken over “den veerschepe tot Vesen´. Hoewel Veesen en Vorchten beide een veer hadden, was Veessen in die tijd belangrijker dan Vorchten, het lag aan de hanzeweg tussen Elburg en Deventer, een belangrijke handelsroute. Dit bleef zo tot de 18e eeuw. De route Zwolle – Deventer werd daarna steeds belangrijker, Wijhe werd een belangrijke pleisterplaats, de route Elburg-Deventer verloor aan betekenis.

In 1735 kwam het Wijhese veer in particuliere handen. Voor 2500 Carolusguldens kochten Gerard van den Mariënberg en Maria Westhof de rechten van het veer, het veerhuis, een hof, een veentje, het een perceel hooiland en een boomgaard. Ook de rechten van het voetveer in Veessen hoorde hierbij. Hierna is het veer nog een paar keer verkocht tot het in 1791 in het bezit kwam van Gerrit van Marle. Deze familie heeft in de 19e eeuw een opvallende rol gespeeld in de geschiedenis van het Wijhese veer.

Tijdens de tweede wereldoorlog was H.P. Alderkamp de veerman. Hij beschreef hoe 12 B25-bommenwerpers naar Deventer vlogen met de opdracht de spoorbrug over de IJssel te bombarderen. Een laag wolkendek maakte een gericht bombardement onmogelijk, maar 10 mijl noordelijker zagen zij een andere brug. Besloten werd die brug dan maar te bombarderen. Wat de piloten aanzagen voor een brug waren de veerwegen van het Wijhese Veer. 16 bommen van elk 500 kilo kwamen vlakbij de pont, in de IJssel en op een van de kribben terecht. De pont werd uit het water getild, je kon onder de pont doorkijken.

De trekpont werd in 1947 vervangen door een motorpont, die meer dan 40 jaar dienst zou doen. De roeiboten, waarmee maximaal 12 personen konden worden overgezet , werden toen overbodig. De reden om de motorpont in 1990 te vervangen door de huidige pont was niet de oude ondeugdelijk was, maar de groeiende verkeerstroom maakte een grotere pont noodzakelijk.

De huidige veerpont werd door J.D. Alderkamp zelf ontworpen en getekend, de pont werd gebouwd in Hardinxveld-Giessendam. Het ontwerp en de pont zelf bleek zo goed te zijn dat er nog een tweede van werd gebouwd.

De pont heeft twee motoren, een hoofdmotor schuin tegenover het stuurhuis en een reservemotor naast het stuurhuis. De hoofdmotor draait de meeste dagen 15 uur en heeft na ongeveer vier maanden evenveel werk verzet als een automotor die er 100.000 km. Heeft opzitten. Omdat de motor heel regelmatig draait en niet aan één plotselinge hoge belasting wordt blootgesteld, zal hij vermoedelijk 5 jaar dienst kunnen doen. Het mechanische deel van de pont vraagt door het intensieve gebruik om uitvoerig en nauwkeurig onderhoud, want op een pont moet alles het te allen tijde doen.

In samenwerking met de gemeente Olst-Wijhe en de Provincie Overijssel